frans
Met frans moesten wij een kookopdracht doen uit het land waar je geschiedenis persoon vandaan kwam. Ik moest dit samen doen met Lisa, Uyen, Robbert. Ik vond het heel leuk om te doen.
Bonjour, je suis Pavlo. J'habite à Oisterwijk avec ma mère. Je deteste les devoirs et j'adore le musique. J'ai 13 ans.
Interview Frans.
Voor frans moesten we een boekje lezen en hier een opdracht bij maken. Mijn opdracht was een intervieuw met de schrijver.
-Wat vind je van Margot zoals ze zich gedraagt in het boek? Ik vind haar een normaal kind maar toch valt ze erg op omdat alles op haar is gericht en ze drukker is als de rest.
-Hoe zouden de andere kinderen uit haar klas van haar vinden? Ze mogen haar heel erg en spelen veel met haar zoals ook in het boek voorkomt.
-Zou Margot het buitenspelen leuk vinden? Ja want je ziet aan de plaatjes die afgebeeld zijn dat ze er erg van geniet en het erg druk heeft.
-Wat vind Margot van het gepeste kind uit haar klas? Margot zou haar erg mogen maar neemt niet de tijd om met haar om te gaan.
-Wat zou de leraar van Margot vinden? Hij vind haar een erg leuk kind omdat hij zoals je in het boek ook ziet erg oplet op haar (positief)
-Waar dacht je aan toen je het boekje schreef? Ik dacht aan het dagelijkse leven van een kind in de kleuterklas.
-Zou Margot het leuk hebben op school? In het boekje zie je maar een schooldag maar die dag had ze het in ieder geval heel leuk met tekenen en buitenspelen.
-Waarom is er maar een hoofdpersoon in het verhaal en betrek je er niet meer mensen echt bij? Omdat ik echt specifiek een dag van een kind wilde beschrijven en niet oppevlakkig.
-Vind Margot het rekenen leuk dat ze voor het buitenspelen moeten doen? Dat vertel ik in het boek niet echt wel ziet ze er heel geconcentreerd uit en heeft ze het antwoord goed.
-Heb je bereikt met het boekje wat je wilde bereiken? Ja dat heb ik want ik wilde kleine kinderen beter leren lezen en voor mensen waarvan Frans een vreemde taal is.
Frans standaard opdracht
Blz.5 Quand- Wanneer
Rang- Plaats
Encore-nog
-Margot gaat eerst naar school wanneer lola,Simon en de andere vrienden op rij zitten.
Blz.6 Premier: eerste
Etage: etage
Réveillée: ?
Ze lopen op rang de trap op.
Blz.8 Quand: wanneer
Demande: vragen
Prendre: Nemen
Margot schrijft de antwoorden in haar schrift.
Blz.10 Finir: finishen
Question: Vragen
Repondre: reageren
Als ze klaar zijn met de opdracht moeten ze de vraag 3 plus 2 beantwoorden.
Blz.11 Reponds: Reageert
Ardoise: Rekening
Lèvent: verheffen,tillen
De elf kinderen schrijven het antwoord 5 op maar dessus schrijft 32 op.
Blz.12 Demande: vragen
Longtemps: een lange tijd
Drole: grappig
Mardi vraagt wat je nodig hebt voor de toets.
Blz.15 École: school
Toujours: altijd
Rapide: Herhalen
De kinderen hebben pauze en Margot rent naar de speelplaats.
Blz.16 En recre: in de pauze
Toujours: Allemaal
Marrons: Eikels,kastanjes.
Margot gooit eikels in de wc pot.
Blz.18 De l’autre: de anderen
Criant: Schreeuwt
Bouge: grot
De anderen schreeuwen maar spelen erg veel terwijl er iemand aan een paal hant.
Blz.20 La récréation: De pauze
Regarde: kijken
Et puis: Overigens
De leraar kijkt goed rond en ziet Margot erg opvallend.
Blz.21 Marcher: Marcheren
L’élastique: touwtje springen
Danser: dansen
Margot springt danst springt touwtje en springt bok.
Blz.22 Chrochet: haak
Rapide: herhalen
Beaucoup: veel
De leraar maakt een haak met zijn vinger en herhaalt het.
Blz.25 Décide: Besluit
Lecture: lektuur
Tellement: Zodanig.
Na de pauze zijn ze in de klas druk aan het schrijven.
Blz.26 Le semaine: de week
Préféré: verkiezen,favoriete
Avant: vermaak
Ze zijn op het schoolplein tikkertje aan het spelen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb